Hoge Raad wijst zaak terug naar Gerechtshof Leeuwarden

Gijzeling, art. 282a Sr. Mede gelet op de geschiedenis van de totstandkoming van art. 282a Sr moet worden aangenomen dat de dader van het daarin omschreven feit slechts strafbaar is indien hij handelt met het oogmerk een ander dan de gijzelaar te dwingen iets te doen of niet te doen.

Nu de in het eerste deel van de bewezenverklaring omschreven wederrechtelijke vrijheidsberoving van aangever ertoe strekte die aangever en niet een derde te dwingen tot onder meer de afgifte van een (grote) hoeveelheid hennep, heeft het Hof ten onrechte geoordeeld dat dit feit “medeplegen van gijzeling” i.d.z.v. art. 282a Sr oplevert. De HR verbetert de kwalificatie: het desbetreffende, eerste gedeelte van de bewezenverklaring moet dan i.p.v. “medeplegen van gijzeling” als “medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden” worden gekwalificeerd.

Bekijk hier de volledige uitspraak.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *