De rechtbank te Groningen heeft op donderdag 2 juni 2016 geoordeeld dat de verdachte die mr. Vlielander heeft bijgestaan, dient te worden vrijgesproken van verkrachting en mensenhandel. Wel is hij veroordeeld voor mishandeling en dient derhalve – van de geëiste 3,5 jaar – zes weken uit te zitten.
Voor het volledige artikel, zie: bron: rtvnoord.nl
Op dinsdag 31 mei 2016 hebben mr. Hendrickx en mr. Hullegie verdachten bijgestaan, die terecht moesten staan voor meerdere varianten van witwassen. Het Openbaar Ministerie eiste dinsdag tot zes maanden cel. De verdediging heeft gepleit voor vrijspraak. Op dinsdag 14 juni 2016 zal de Rechtbank Zwolle uitspraak doen.
Op 7 april jl. stond mr. Vlielander zijn cliënt bij op verdenking van een overval. De Officier van Justitie heeft in dat kader een gevangenisstraf voor de duur van twee jaar geëist. Volgens mr. Vlielander heeft de kroongetuige echter wisselende verklaringen afgelegd. Mr. Vlielander heeft de rechtbank dan ook verzocht om zijn cliënt vrij te spreken.
Inmiddels heeft de rechtbank uitspraak gedaan en cliënt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van één jaar. Daarbij is cliënt vrijgesproken van het medeplegen van de overval en slechts veroordeeld voor medeplichtigheid. Er zal desondanks hoger beroep worden ingesteld.
Voor meer info zie: www.lc.nl
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBNNE:2016:1073
Vrijspraak voor het medeplegen van een poging tot moord/doodslag bij een schietpartij in een woonwijk in (pleegplaats). Niet is gebleken dat verdachte de schutter was en voorts acht de rechtbank niet bewezen dat verdachte kan worden aangemerkt als medepleger van het door de medeverdachte gepleegde geweld.
Na een eis van 7 jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf werd cliënt voor de belangrijkste feiten vrijgesproken, gesteld werd dat hij geen medepleger is noch medeplichtige.
Op 15 maart 2016 stelde de rechtbank Leeuwarden de cliënt van mr. Hendrickx (18/730381-15 ) in vrijheid na de beschuldigingen van poging doodslag. Men vond na bijna 4 maanden voorlopige hechtenis uiteindelijk toch dat client zich gezien alle omstandigheden heeft mogen verdedigen. Dit is frappant gezien de eerdere standpunten die werden ingenomen. Namens de cliënt is een forse schadevergoeding aangevraagd!
Op 10 maart 2016 stond mr. Vlielander een cliënte bij ter terechtzitting van de Rechtbank Breda. Cliënte wordt verdacht van het neersteken van haar toenmalige vriend. Mr. Vlielander heeft ter zitting aangevoerd dat cliënte heeft gehandeld uit zelfverdediging en een beroep kon doen op noodweer(exces), nu zij door hem zou zijn aangevallen. Mr. Vlielander heeft daarom aan de rechtbank verzocht om cliënte te ontslaan van alle rechtsvervolging en de voorlopige hechtenis per direct op te heffen. De rechtbank zal op 24 maart 2016 uitspraak doen, maar daarop vooruitlopend is de voorlopige hechtenis van cliënte per direct opgeheven.
Voor meer informatie zie: www.bd.nl.
De Rechtbank Leeuwarden heeft op 2 maart 2016 het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard, omdat het vertrouwensbeginsel is geschonden. Cliënt had namelijk een aantal dagen voordat hij moest voorkomen een brief ontvangen dat zijn zaak was geseponeerd. De parketmedewerker had echter niet de intentie om de onderhavige zaak te seponeren, maar een ander feit dat op dezelfde dag en tijdstip zou zijn gepleegd. In de brief stond echter niet vermeld om welk feit het ging. Aangezien cliënt niet op de hoogte was van de tweede aangifte, mocht hij er volgens de rechtbank gerechtvaardigd op vertrouwen dat de zaak waarvoor hij was gedagvaard tegen hem was geseponeerd.
In een zaak van een cliënt van mr. Dirkzwager heeft de Officier van Justitie 30 maanden gevangenisstraf geëist, waarvan 10 maanden voorwaardelijk. Cliënt zou als koerier zijn ingezet om vanuit Argentinië verdovende middelen Nederland in te voeren. Cliënt heeft zich in Argentinië net op tijd bedacht en is zonder iemand daarvan op de hoogte te stellen teruggekeerd naar Nederland. Eenmaal in Nederland aangekomen diende hij de gemaakte kosten van zijn opdrachtgevers terug te betalen, waardoor er maar één ding op zat, terugkeren naar Argentinië. Zo ver is het gelukkig nooit gekomen.
Mr. Vlielander heeft in een ontnemingsprocedure het maximale resultaat bereikt. De Officier van Justitie heeft aangegeven dat er ruim € 112.000,– was verdiend met de productie van amfetamine. Mr. Vlielander heeft succesvol bepleit dat de ontnemingsvordering was gebaseerd op een berekening die van geen kant deugde en daarnaast dat het niet duidelijk was of er daadwerkelijk was geproduceerd. De Rechtbank Overijssel, locatie Almelo, was het met mr. Vlielander eens en wees de volledige vordering af.
Vrijspraak voor het medeplegen van een poging tot doodslag bij een schietpartij in een woonwijk. Mr. Hendrickx heeft aangevoerd dat niet is gebleken dat de verdachte de schutter was en dat niet bewezen kan worden dat verdachte kan worden aangemerkt als medepleger van het door de medeverdachte gepleegde geweld. De rechtbank heeft dit verweer gevolgd en de verdachte na een eis van de officier van justitie van zeven jaar, veroordeeld tot 1 jaar gevangenisstraf voor het bezit en handel in Wapens en Munitie.